Cocon

Die mooie septemberdag wandelen we doorheen het stukje bos niet ver van oma Mimi’s vroegere huis. Als kind had ze mijn zus en mij er vaak mee naartoe genomen. Ik herinner me nog hoe fascinerend we deze plek vonden. In onze stadstuin thuis hoorden we zelfs tot laat op de avond nog geluiden; passerende auto’s, roepende mensen, blaffende honden…

   In dit bos heerste een aangename stilte die wij niet gewend waren. Het enige dat wij hoorden waren fluitende vogels en het ruisen van de wind doorheen de vele hoge bomen.

   In het begin was ik erg onder de indruk van de hoge stammen en de zwiepende takken. Het leken reuzen die een magische dans opvoerden. Om de top van de bomen te kunnen zien, moest ik mijn hoofd zo ver achteruit houden dat ik bijna achterover viel. Oma Mimi ondersteunde me dan lachend. Mijn zus was ervan overtuigd dat de bovenste takken je naar een soort paradijs brachten hoog in de lucht te midden van het melodieuze vogelgezang. Oma Mimi had ons verteld dat het paradijs niet boven was maar hier op de grond tussen de natuur. We wandelden er wekelijks en iedere keer opnieuw betoverde dit bos me.

   Die zonnige nazomerdag vertel ik mijn vriend Lias over oma Mimi. Mireille heette ze eigenlijk, maar als kind noemden we haar “oma Mimi” en dat was zo gebleven. Het was nu al zes jaar geleden dat ze overleden was. Mijn zus en ik hadden samen met haar vele malen gepicknickt op ons vaste plekje in bet bos bij de  vijver. We vertelden haar alles. Eerst de kinderverhalen, dan onze tieneravonturen en daarna onze eerste ervaringen met het volwassen leven. Oma Mimi keek ons dan altijd aandachtig aan met licht toegeknepen ogen. Ieder woord dat we vertelden, leek voor haar van een enorm belang. Niemand kon zo goed luisteren als zij. Zowel mijn zus als ik hechtten veel waarde aan haar advies.

   Oma Mimi had een harde jeugd gehad, toch was ze uitgegroeid tot een enthousiaste, wijze vrouw. Complexe problemen krompen ineen tot lachwekkende pietluttigheden wanneer je met haar sprak. Het bos werd onze toevluchtsoord wanneer we met onszelf overhoop lagen.

   Desondanks deze schitterende dag en de vele natuurpracht die mij omringt, zit er vandaag een knoop in mijn maag. Op zo’n momenten mis ik oma Mimi erg hard. Zij zou de juiste woorden geweten hebben om mij even wat verlichting te bezorgen. Ik zie haar weer voor me, met die felblauwe ogen die iedereen leken te doorgronden.

   Een kneepje in mijn hand van Lias haalt me uit mijn gedachten. “Soms zou ik wel eens willen weten wat er allemaal door dat hoofd van jou heen gaat, Meredith.”

    “Veel te veel…”

   Lias glimlacht en legt zijn hand op mijn schouder. “Je weet dat ik je alle tijd geef die je nodig hebt, hé.”

   Hij kan van die lieve dingen zeggen waardoor ik me dan weer schuldig voel om wat er allemaal door mij heen gaat.

    We hebben elkaar zo’n twee maanden geleden leren kennen op het feestje van Clara. Meer om haar een plezier te doen dan dat ik echt wilde, was ik er naartoe geweest. Clara was mijn beste vriendin en ik wist dat mijn aanwezigheid haar gelukkig maakte. Zoals te verwachten was het zeer druk geweest. Mensen lachten en maakten luidop plezier. Ik was op een bepaald moment de drukte ontvlucht in de tuin. Daar in een hoekje had Lias gestaan. We waren aan de praat geraakt en tot mijn verbazing hadden we al snel de “koetjes en kalfjes” achter ons gelaten en was het gesprek tot een dieper niveau geraakt. Na die hele tijd van suffe afspraakjes was er eindelijk nog eens een man die enige indruk op me naliet.

   “Weet je dat ik soms schrik krijg van alles wat me nu overkomt…”

   “Hoezo, ben je dan niet gelukkig?”

   “Jazeker. maar ik denk de hele tijd: wanneer gaat het leven me weer liggen hebben… Hoe lang blijft dit geluk duren?”

    De groene ogen van Lias kijken nu recht in de mijne. Ze zijn zo dicht dat ik mezelf erin weerspiegeld zie. “Misschien moet je het verleden proberen los te laten en durven om dit toe te laten. Ik weet het, dat is makkelijk gezegd. Maar als je je niet openstelt dan blijft het sowieso niet duren.”

   Dat zijn wijze woorden die mijn verstand wel begrijpt. Alleen is deze raad in de praktijk omzetten van een heel ander kaliber.

   “Ik heb schrik dat de pijn achteraf me weer zolang gaat achtervolgen en... “ Het was moeilijk dit toe te geven. “En dat het misschien beter is om alles los te laten. Ook al wil ik dat niet, begrijp me alsjeblieft niet verkeerd. Ik weet dat ik je nu kwets met mijn woorden maar…”

   Lias maant me tot stilte. “Meredith, ik kan de toekomst niet voorspellen. Het leven loopt vaak anders dan je wil. Soms in negatieve zin maar soms ook in positieve zin. Maar zou je me daarom wegduwen? Mij en alle andere gebeurtenissen?”

    “Ik weet het niet meer, Lias.”

    “Je moet het leven zien als een soort verhaal waarbij  je steeds verschillende personen tegenkomt. Soms blijven deze personen. Andere zijn er slechts tijdelijk. Maar iedere persoon kan een meerwaarde zijn. Je kunt op die manier iets bijleren over jezelf. Je groeit als mens en vormt zo ook een meerwaarde voor alle anderen die jou ontmoeten.”

    “Ik heb het erg moeilijk met loslaten.”

    “Ik weet het” Lias streelt zachtjes mijn hand. “Maar je bent net geworden wie je vandaag bent door deze personen. Je ouders, je vriendinnen, je zus, je oma Mimi… het leven zelf zal  op een dag ook eindigen, is het daarom de moeite waard niet er iets van te maken?”

    Ik moet zijn woorden even laten bezinken. En dan besef ik dat hij gelijk heeft. Misschien moet ik een stap zetten uit mijn veilige cocon en eindelijk eens écht deelnemen aan het leven. Want hoe comfortabel die cocon ook aanvoelt, hoezeer hij me beschermt tegen alles wat me angstig maakt of negatief; hij houdt me ook weg van alle kansen in het leven. Kansen om mijn dromen waar te maken.

    Hand in hand wandelen we nog even verder, enkele afgevallen bladeren knisperen onder onze voeten. Dan komen we bij de  vijver waar we vroeger met z’n drietjes zoveel gedeeld hebben.

    “Hier?” Lias kijkt me verwachtingsvol aan.

    “Ja, hier was het.”

    We zetten ons neer aan de rand en bengelen met onze voeten in het verfrissende water. We zeggen niets meer en luisterden naar alle geluiden die het bos rijk is.

    Wat zou oma Mimi nu denken als ze me hier zag zitten? In mijn verbeelding zie ik haar gluren vanachter die ene boom met de brede, met mos begroeide stam. Ze steekt grijnzend haar duim omhoog. De gedachte hieraan ontlokt een giechel bij me. Lias kijkt verrast op maar vraagt niets. Hij slaat alleen zijn arm om me heen en lacht met me mee.

   Ik prent dit moment nu al diep in mijn geheugen. Het voelt best goed. Het lijkt een stapje vooruit naar mijn echte droom. Ik voel me zelfs een beetje thuis.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Heleen Declercq
3 jaar geleden

Heel mooi! Weer een meeslepend stukje ❤️ Love it

Nadia
3 jaar geleden

Ik deel de mening van Ann. X

Ann Masselis
3 jaar geleden

Nore, kom uit je 'cocon'. Veel schrijfplezier dan hebben wij veel leesgenot😉

Sigrid Verhamme
3 jaar geleden

Super Nore! Toptalent!