Een meisje van tachtig

“Nummertje 64, wie heeft 64?”
Er viel een stilte in de zaal, enkele bejaarden zochten koortsachtig op hun blaadje.
“Maar dat heb jij, kijk!” Anke wees naar het getal helemaal bovenaan.
“Nu je het zegt,” zei Martha.
“Je bent er precies niet helemaal bij met je gedachten!” lachte Anke.
Martha keek haar betrapt aan. Anke was één van haar favoriete verpleegkundigen, ze vertrouwde haar veel zaken toe. Maar dat ene ding hield Martha toch liever voor zichzelf. Enkel Bernice, die woonde in dezelfde gang als de hare en een goeie vriendin geworden was, wist ervan.
Anke draaide opnieuw aan het rad. “Nummertje 16!”
“Ja, bingo!” Vanuit de zaal klonk een enthousiaste kreet. Gerard sprong net niet overeind uit zijn rolstoel.
“Laten we dat eerst even checken.” Anke controleerde zijn blaadje. “Je hebt inderdaad gewonnen, Gerard. Je mag als eerste een prijs uitkiezen.” Anke duwde de rolstoel richting de lange tafel. Met zijn ogen half dichtgeknepen bestudeerde Gerard het materiaal dat erop lag. Uiteindelijk koos hij voor de set zeepjes.
“Goed gekozen, Gerard.”
Martha glimlachte. Ze was eigenlijk niet zo gek op van die spelletjes maar op die manier werd de tijd wat verdreven. Ze woonde nu twee jaar in het woonzorgcentrum. Ze herinnerde zich nog goed haar eerste dag. Haar dochter Inge was enthousiast met haar meegegaan.
“Je zult hier veel meer op je plaats zijn dan thuis, je krijgt hier dag en nacht hulp.”
“Mijn echte thuis is mijn huis,” zei Martha kordaat.
“Hoeveel keer bel je mij niet op omdat je iets niet alleen kan? Trouwens, op jouw leeftijd in zo’n groot huis…”
“Voor mij is dat niet zomaar een huis. Het is de plek waar je vader en ik al vanaf onze twintigerjaren woonden. Hoe kan ik dat zomaar achterlaten?” Martha dacht met droefheid terug aan Charles. Tien jaar terug overleed haar man na een slepende ziekte, tot op de dag van vandaag voelde ze sindsdien een leegte in zichzelf.
“Misschien kan Lina er tijdelijk wonen? Dan kun je af en toe nog eens langsgaan.”
Lina was Martha haar kleindochter.
“Ik weet niet…”
“Kijk eens hoe gezellig het hier is. En die kamers zijn best wel groot en modern.”
“Ga jij er dan wonen als het hier toch zo plezant is,“ reageerde Martha nukkig.
“Komaan ma, je doet net alsof ik een onmens ben. We doen dit voor je eigen goed.”
Mijn eigen goed… Ik voel me net een kind dat geen eigen keuze meer mag maken, dacht Martha. Toch deed ze er het zwijgen toe. Ze besefte dat dit ook voor haar dochter een moeilijke stap was.
“Ja, je hebt alle cijfers!” De enthousiaste stem van Anke haalde Martha uit haar gedachten. “Kom maar een prijs kiezen.”
Martha schuifelde moeizaam naar voren. Ze vervloekte haar linkerbeen dat niet meer goed meewilde. Ze botste tegen de tafel, een pijnscheut schoot door haar heen.
“Zal ik je helpen?” Een bezorgde blik van Anke.
“Nee, het lukt wel.“ Martha verbeet de pijn en klemde haar handen om haar rollator. Ze wilde dit absoluut zelf doen.
Martha wandelde traag richting haar kamer. Op haar rollator lag het rode kersenpitkussentje dat ze uitgekozen had. Nog even en dan zou ze passeren aan kamer 32. Haar hart maakte een sprongetje toen ze zag dat de deur wijd open stond. Vanuit de kamer kwamen de rustgevende klanken van pianomuziek. Martha wierp een blik binnen en werd rood toen ze recht in Gilbert zijn ogen keek.
“Dag Martha.” Gilbert lag in zijn zetel. Een krant lag open op zijn schoot. Op het tafeltje ernaast stond zijn favoriete kopje gevuld met thee.
“Dag Gilbert.”
“Gewonnen met de bingo, zie ik?” Gilbert wees naar het kersenpitkussentje.
“Ah ja... De tijd passeert, hé.”
Gilbert keek haar rustig glimlachend aan.
“Mooi die klassieke muziek,” zei Martha. “Das nog eens wat anders dan die schlagers die ze hier constant opleggen.”
“Mijn vrouw en ik gingen vroeger naar vele concerten.” Gilbert staarde dromerig voor zich uit. “Helaas kan ik zelf geen piano meer spelen. Die bevende handen, weet je wel.”
“Zwijg mij ervan, ik heb altijd maar last van dat been.”
“Iedereen wil oud worden. Maar niemand wil het ook effectief zijn.”
“Zo is dat!” zei Martha. “Tot bij het avondmaal?“
“Ik eet liever op mijn kamer. Ik heb geen zin in een zoveelste discussie met Jean-Paul over mijn muziek die zogezegd te luid staat.” Gilbert trok een gezicht.
“Oké, tot later dan.” Een gevoel van teleurstelling overviel Martha.
“Spring gerust nog eens binnen, hoor. Altijd fijn om een praatje met je te maken.”
De rest van de afstand zweefde Martha bijna van puur geluk naar haar kamer.
Martha staarde in de spiegel. Ze had nog steeds dezelfde bruine ogen als vroeger. Alleen werden deze nu omringd door vele rimpels. Ze borstelde haar haren. De donkere golven vielen sinds het laatste kappersbezoek weer net zoals ze dat graag had. Ze tuitte haar lippen en bracht nog wat lippenstift aan.
“Ga je weer op visite?” Bernice stak haar hoofd om de kamerdeur. Martha glimlachte. De eerste maanden in het woonzorgcentrum had ze zich ondanks de vele mensen om haar heen eenzaam gevoeld. Ze vond maar geen aansluiting met de medebewoners. Velen hadden moeite met hun geheugen waardoor een echt gesprek moeilijk lag. Martha vond het confronterend en vreesde dat dit haar ook te wachten stond. Als een gek was ze begonnen met het maken van woordzoekers en het volgen van de actualiteit. Ze had ergens gelezen dat dit een prima methode was om je geheugen te trainen.
Het merendeel van haar tijd die beginperiode bracht Martha alleen door op haar kamer. Ze zat vaak te kijken naar de foto van haar man Charles. Ze miste hem nog altijd even veel. Het gemis werd iets draaglijker met de tijd maar bleef aanwezig als een chronische pijn. Ik heb het gehad, dacht Martha toen vaak, ik heb het geluk gekend maar nu is alles voorbij. Het stemde haar zo triest dat ze zich volledig liet gaan. Haar dochter Inge had ongerust gezien hoe haar moeder nog weinig at en zich niet meer verzorgde. Martha deed haar best zich te herpakken voor haar familie maar het lusteloze gevoel bleef bestaan.
Toen er een bewoner in haar gang overleed, kwam er een nieuwe bewoner in de plaats. Het klikte meteen met Bernice. Martha had er deugd van om te praten met de vrouw die zelfs nog niet eens zo ver van haar vroegere huis had gewoond. Beide vrouwen dronken geregeld koffie bij elkaar op kamer terwijl ze de laatste nieuwtjes uitwisselden. Het was een lichtpuntje geweest in haar leefwereld die ze met de dag als somberder ervaarde.
“Ja, het is tijd voor visite,” knipoogde Martha.
Bernice keek haar bewonderend aan. “Wat zie je er goed uit.”
“Dank je.” Martha bekeek zichzelf nog eens van alle kanten in de spiegel.
“Ik laat je. Waarschijnlijk word je al verwacht. We spreken elkaar later, hé.”
“Zeker!” Martha lachte. Ze wist dat Bernice zou zwijgen.
Haar linkerbeen wilde weer niet mee. Ingespannen probeerde Martha steun te vinden op haar ander been. Dat viel niet mee; de schoen met het lage hakje wankelde even aan haar voet. In een poging haar evenwicht niet te verliezen, steunde Martha vol op haar rollator. De kettingen om haar hals rinkelden luid. Haar dagelijkse schoenen waren eigenlijk veel praktischer. Ze hadden een platte zool en zaten goed vast om haar voet. Maar ze waren ook ietwat lomp en Martha wilde vanavond graag een schoen die mooi bij haar kleedje paste. Bij het passeren van het grote raam in de gang wierp ze een snelle blik op haar weerspiegeling. Het regende buiten waardoor het beeld vaag was. Martha vond het helemaal niet erg. Daardoor vielen haar rimpels minder op en had ze even het idee weer een mooi, egaal gezicht te hebben. Net zoals in haar jongere jaren. Charles had haar letterlijk aanbeden.
Een schuldgevoel bekroop Martha even. Charles en zij hadden elkaar eeuwige trouw beloofd, tot de dood hen scheidde. Na zijn overlijden bezwoer Martha dat haar trouw aan hem zou blijven bestaan. Ze kon zich niet inbeelden ooit een betere man te vinden dan Charles. Martha was sindsdien alleen gebleven; haar hart bleef aan haar man toebehoren.
Maar een maand geleden verscheen Gilbert in beeld. Martha zag hem voor het eerst toen hij een rondleiding kreeg van de hoofdverpleegkundige in het woonzorgcentrum.
“Dit is één van je medebewoners: Martha. Zij woont hier nu al enkele jaren.“
Gilbert was een knappe man voor zijn leeftijd. Hij had felblauwe ogen en een volle, zilvergrijze haardos. Hij droeg een donkere broek met daarop een lichtgroen hemd.
Martha wist niet wat haar overkwam. Het moment dat ze in die hemelsblauwe ogen keek, zag ze opeens zichzelf zoals ze er voor iemand anders moest uitzien. Ze werd zich bewust van haar haren die warrig zaten, haar kleedje die zijn gloriejaren al had beleefd en haar schoenen die makkelijk zaten maar haar voeten er lieten uitzien als twee brede blokken.
Gilbert begroette haar vriendelijk.
Martha had hem nagekeken tot hij het hoekje van de gang omgedraaide. Ze was verward over wat er door haar heen ging.
Aan dat eerste moment dat ze Gilbert zag, dacht ze terug terwijl ze voetjesmaat kamer 32 naderde. Ook hun gesprekken kon ze zich nog haarfijn voor de geest halen.
Hun eerste echte kennismaking vond plaats na het mosselfestijn; een jaarlijkse traditie in het woonzorgcentrum. Martha bleef nog even zitten en zag toen dat Gilbert er ook nog was.
“Martha was het, hé?”
In haar binnenste juichte ze; hij wist haar naam nog! “Ja, inderdaad. En jouw naam was Gilbert, niet?”
“Dat klopt.” Zijn felblauwe ogen namen haar aandachtig op. “Verblijf je hier al lang?”
“Een tweetal jaar nu, ik ben hier komen wonen ergens in ….. “ Martha dacht na. “Juli enkele jaren geleden.”
“Ik wilde graag thuis blijven tot mijn dood maar helaas heeft de ouderdom me ingehaald. “ Gilbert glimlachte.
“Ben je van hier in de streek? Ik woonde in de Rozemarijnlaan.”
“Nee, ik ben van Kortrijk. Maar mijn enige broer die nog in leven is, woont hier in de buurt. Vandaar had ik een voorkeur voor dit woonzorgcentrum.”
Gilbert vertelde haar over zijn leven. Over hoe hij thuis opgroeide met twee broers en hoe ze samen langere tijd deel uitmaakten van het plaatselijke orkest. Over zijn vrouw Ernestine waarmee hij 60 jaar lief en leed deelde en die hij helaas had moeten afgeven enkele jaren terug.
Martha vertelde op haar beurt over haar eigen jeugd. Ze kon zich goed inleven in Gilbert zijn gevoelens omtrent het verlies van Ernestine; Charles had net zoveel betekent voor haar. Het gesprek vervulde haar met warmte en begrip. Ze had het gevoel dat ze er naast Bernice een nieuwe vriend bijhad.
De vriendschap tussen Martha en Gilbert groeide geleidelijk. Iedere keer ze zijn kamer passeerde, hoopte ze dat hij er was. Meestal was dit het geval. Gilbert was een vriendelijke maar wat teruggetrokken man die ervan hield om rustig in zijn zetel de krant te lezen of te luisteren naar klassieke muziek. Hij was op zijn manier streng; Martha ving op van het personeel dat Gilbert een favoriete thee had die hij enkel uit zijn eigen persoonlijke theekop wilde drinken. Ook stond hij erop iedere dag zijn eigen keuzes te maken; van zijn kledij tot wat er tussen zijn boterhammen lag. Gilbert wist wat hij wilde en eiste respect. Martha bewonderde hem hierdoor erg hard. Ze herkende de angst dingen uit handen te moeten geven aan de omgeving. Gilbert was ook wat kritisch met wie hij wilde optrekken; hij ergerde zich aan medebewoners die constant over kleine dingen zeurden. Van gesprekken met Martha hield hij wél. Gilbert vond haar een boeiende vrouw die wat te vertellen had. Martha vond hem van haar kant ook interessant. De laatste tijd was die interesse alleen maar groter geworden.
Zowel haar dochter Inge als de verpleegkundigen hadden met verbazing vastgesteld dat Marthe opeens weer volop open bloeide. Van de lusteloze vrouw die zichzelf verslonsde, veranderde ze in een opgewekte, levenslustige dame die terug dingen begon te ondernemen. Martha zelf had nooit durven dromen dat zij na Charles nog zoiets kon ervaren. Ze had zich sterk gehouden na zijn dood en getracht haar leven terug te leiden zoals vroeger. Maar het overlijden van haar grote liefde had de glans weg genomen. Voor Martha voelde het alsof alle kleuren in haar leven vager werden. Het verlies van haar zelfstandigheid vormde de genadeslag. Met het verlaten van haar eigen huis kreeg het leven een grijze tint voor haar. Dagen vloeiden in elkaar over zonder dat ze enige hoop had op iets beters. Momenten met Bernice vormden lichtpuntjes; maar deze doofden altijd snel weer uit. Gilbert veranderde daarentegen alles. Martha kreeg voor het eerst het gevoel dat ze terug wat begon te leven. Het was de manier waarop hij keek naar haar; ze voelde zich gezien als vrouw, de wijze waarop hij tegen haar sprak; ze voelde zich een volwaardig mens. Martha begon zich steeds meer op te kleden en vroeg aan Inge of ze geen fleurige kleedjes en nieuwe, elegante schoenen kon kopen voor haar.
“Ik ben blij dat je dan toch na al die tijd je draai hebt gevonden. Zie je wel dat een verhuis naar het woonzorgcentrum uiteindelijk een goed idee was!” zei Inge met een tevreden blik.
Martha lachte dan heimelijk in haar vuistje. Haar dochter zou eens moeten weten wat de echte reden van haar heropleving was… Ze wilde het niet vertellen aan Inge omdat ze schrik had dat ze het niet zou aanvaarden. In gedachten praatte ze soms met Charles. Je weet dat jij mijn grootse liefde was en ook altijd zal zijn. Ik voel dan wel veel voor Gilbert maar in mijn hart blijf jij altijd nummer één. Twijfel daar nooit aan, Charles. Ook aan het personeel liet ze niets blijken. Ze vreesde dat er dan met hen gelachen zou worden. Twee oude tortelduifjes op de gang. Ook Gilbert had liever niet dat het geweten was. Enkel Bernice was op de hoogte. Vaak wanneer ze een tijdje bij Gilbert had gezeten en terug op haar kamer was, kwam Bernice haar een bezoekje brengen. Martha vertelde haar vriendin dan alles over haar “visites” net zoals ze in haar jongere jaren tegen haar schoolvriendinnen had gedaan. Als een meisje van tachtig zat ze dan opgewonden giechelend te fluisteren.
“Goedenavond,” zei Martha gespeeld plechtig toen ze bij kamer 32 was.
“Komt u binnen, mevrouw,” knipoogde Gilbert.
Martha liet zich opgelucht zakken op de stoel naast zijn zetel, haar been was dringend toe aan wat rust.
“Was het druk op de gang?”
“Nee, de nachtdienst is er nu. Die toert straks pas voor de eerste keer,” antwoordde Martha.
“Drink je een kopje thee?”
“Ja graag.”
Moeizaam kwam Gilbert overeind uit de zetel. Hij vulde de waterkoker en liet hem opwarmen. Martha wierp een steelse blik op de foto’s van zijn vrouw Ernestine. Praatte Gilbert soms ook in gedachten met haar? Uit de zaken die hij over haar vertelde, had Martha het gevoel dat het wel geklikt kon hebben tussen haar en Ernestine. Ze had respect voor de vrouw en ze wist dat Gilbert dat ook had voor Charles. Ernestine zou het begrepen hebben, zei Gilbert haar op een keer. Martha hoopte dat dit ook voor Charles het geval was. Hoewel hij al tien jaar dood was, voelde ze zich nog steeds verbonden met hem.
Gilbert vulde zijn favoriete beker en een andere mooie mok voor haar met het warme water. Martha sloeg haar handen om de warme kop en zag hoe het theezakje het water langzaam aan rood kleurde. Gilbert liet wat zachte muziek spelen en legde zijn hand op de hare. De grote passie die ze ooit met Charles had, was er niet. Maar Martha had er ook geen behoefte aan. Dat ze op haar leeftijd iemand gevonden had die haar het gevoel gaf dat ze een aantrekkelijke en boeiende persoon was, vervulde haar met een geluksgevoel. Martha keek opzij en glimlachte naar Gilbert. Hij keek terug met fonkelende ogen. Straks zou ze stilletjes terug naar haar kamer sluipen voor de nachtverpleegkundige hen samen kon zien. Maar het was gelukkig zover nog niet. Met op de achtergrond de klassieke muziek genoten Martha en Gilbert hand in hand intens van hun moment samen.
Reactie plaatsen
Reacties