Later als ik groot ben

Wat heb ik de laatste tijd een verschrikkelijke heimwee naar mijn kindertijd. Die onschuldige tijd waarin het leven nog zo veelbelovend leek. Als kind ging ik ervan uit dat de man van mijn leven op een dag gewoon voor mijn neus zou staan. Hij is groot, slank en heeft ogen om in te verdrinken. Hij is zo mannelijk dat alleen al zijn aanwezigheid mij een gevoel van veiligheid biedt. Hij is romantisch van aard, luistert zonder ongewenst commentaar naar al mijn problemen en helpt uit zichzelf met het huishouden. 'De afwas, schatje? Doe ik wel even. Rust jij maar lekker uit'.
Uiteraard gaan deze prins en ik gauw trouwen. En dan gaan we wonen in een groot huis ingericht zoals in de betere woonbladen. In onze prachtige tuin ravot na een aantal jaren ons nageslacht, bij voorkeur een jongen en een meisje. We hebben ook een hond: een chocoladebruine labrador die Tobias heet. Die vergezelt ons dan op de vele gezinsfoto’s verspreid doorheen ons huis.
Wat zeg je? Cliché?
Ik pleit schuldig, ja.
Wat een arrogant kind was ik toch. Ervan uitgaan dat het plaatje van het perfecte leven ook mij wel te beurt zou vallen. Dat er in mijn leven een compleet gebrek zou zijn aan avonden waarop ik als troost veel te veel chips lig te vreten voor tv. Dat deelnemen aan speeddaten mij volkomen vreemd is. Dat mijn hart nooit aan stukken ligt door een zoveelste mislukte liefde.
Als kind denk je veel aan later maar dan zonder zorgen. ‘Later als ik groot ben, dan komt alles dik oké’. Je bezit nog het soort naïviteit waar menig volwassene jaloers op is. Het is zo’n gek gevoel dat het “later” waar ik als kind zoveel over sprak opeens het “nu” is. Ik heb de neiging het steeds maar weer op te schuiven. Alsof het leven een oneindige rekker is.
Ondertussen bevind ik mij al enkele jaren op tram drie. De zitjes voelen iets comfortabeler dan deze van tram twee. Ik aanvaard al meer wie ik ben.
Je ziet het aan me, zeg je?
Bedankt… Maar er is wel nog werk aan. Wie weet komt het allemaal goed. Liefst in deze tram. En anders in de volgende.
Die zogenaamde ware houdt zich nog altijd ergens diep verscholen. Gelukkig kan ik ook goed alleen zijn. Altijd al geweest. Ja, er is een gemis maar ik maak er het beste van.
Vraag je nu serieus of ik de romantiek niet mis?
Tuurlijk wel… Soms beleef ik ze op andere manieren. Ik ben een fervente lezer en kan intens genieten van een mooi liefdesverhaal. Vanavond is er trouwens die ene romantische film. Niemand die zeurt dat ik ernaar ga kijken. Het vooruitzicht mij straks te nestelen in mijn fleece dekentje en me voor de tv te installeren, geeft me een fijn gevoel. Wat een vrijheid, zo slecht is het allemaal nog niet.
Op mijn gsm verschijnt er een berichtje van mijn broer; een foto van hem en zijn vrouw. Het beeld lijkt weggelopen uit de romantische film.
Zou ik ook ooit…
Nee, nee! Ik ga me er niet suf over piekeren. Vanavond is het mijn avond onder de fleece.
En wie weet later misschien.
Later als ik groot ben.